Het schrijfproces – deel 1.
Ik ben niet een persoon die zich houdt aan vaste tijden. Ik schrijf wanneer ik zin heb. Dat kan in de ochtend zijn maar meestal later op de dag. De avonden zijn bij mij favoriet. Ik kijk zelden televisie dus ik word daar ook niet door geleefd.
Mijn verhaallijn heb ik helemaal in mijn hoofd. Voor het gedeelte van mijn reiservaringen raadpleeg ik vaak mijn blog. Alle belangrijke info heb ik in mijn schrijfprogramma Scrivener gezet en dat geldt ook voor de e-mails en berichten tussen mij en de personen die een rol spelen in dit boek. Daarnaast zijn ook alle pb’s en hangout-berichten met mijn scammer in dit programma gearchiveerd.
Voorwerk
Voor ik naar bed ga, lees ik vaak stukken waar ik de volgende dag over wil schrijven. Mijn verhaal lig ik dan te bedenken voor ik in slaap val en schijnbaar maak ik daar ’s nachts één geheel van zodat ik het alleen nog maar aan het papier hoef toe te vertrouwen.
Dat lijkt simpel maar het kost me best de nodige energie, vooral om ervoor te zorgen dat het Nederlands is en geen Zeeuws.
Mijn hersens gaan sneller dan mijn handen
Meestal als ik begin met het beschrijven van een bepaalde gebeurtenis gaan mijn gedachten veel sneller dan mijn vingers terwijl ik toch best redelijk snel tik. Ik bekommer me dan absoluut niet om typefouten en tik maar door. Het corrigeren komt daarna. Soms lijkt het wel abracadabra maar mijn geheugen is gelukkig nog zo goed dat ik dan toch wel weet wat ik had bedoeld. Zodra op papier staat wat ik die dag had willen schrijven stop ik en ga wat anders doen. Een paar uur later lees ik het dan nog een keer, schrap, vul aan en herhaal dat een paar maal. Als ik tevreden ben met het eerste concept sluit ik het af.
De volgende dag herhaalt zich het patroon. Een eerste concept pak ik na zo’n dag of drie weer op en kijk er dan heel kritisch naar. Meestal valt het wel mee wat ik wil wijzigen maar soms gaat er veel, en een enkele keer alles, naar de prullenbak. Dat zijn de minst leuke dagen maar ja, ze komen voor.
Lindy
Dan komt het moment dat een ander ernaar moet kijken. Bij mij is dat mijn vriendin Lindy Van Riel. Zij plaatst er hier en daar er een t-tje bij en elders schrapt ze er weer een, kijkt naar de zinsopbouw en uiteraard ook naar het verhaal. Ze komt met kritische opmerkingen en daar ga ik dan weer mee aan de slag. Het is aan mij wat ik daarvan overneem. Haar advies neem ik meestal wel over. Nu is het tijd om er voorlopig niet naar te kijken. Bij een totaal van zo’n 10.000 woorden ga ik het weer lezen. Ik merk soms dat het niet helemaal klopt of gewoon niet lekker loopt. Dan ga ik weer wijzigen en aanvullen, net zo lang tot ik het in ieder geval een voldoende geef. Eventueel gaat het nog een keer naar Lindy en daarna gaat het naar de volgende ronde. Wordt vervolgd.