Om half 7 werd ik opgehaald om naar het busstation te worden gebracht. Het krioelt in de stad van de tuctuc’s. Er zijn er zo’n 70.000. De reis naar Cusco is ongeveer 12 uur maar dat is wel met een aantal tussenstops en een lunch.
Het is een hele luxe VIP-bus met gids en hostess. Aan boord ook een barretje en wat heel belangrijk is, toilet en WIFI.
Na een uurtje rijden we door Arejaco een plaats met zo’n 400.000 inwoners en het heeft ook een vliegveld. Staat bekend als een heel onveilige plaats. De belangrijkste handelsstad van de regio Punto.
We rijden door hooglandplateau’s met grote kuddes lama’s, vicuñas en alpaca’s. Heel veel kleine Andesdorpjes en in Pucara bezoeken we een museum over het ontstaan van dit dorpje. Het werd 300 voor Christus al bewoond en was het eerste dorp in de hooglanden. Op de hoogste pas onderweg op 4300 meter bij La Raya mogen we er weer even uit. Daarna rijden we naar Sicuani voor de lunch. Heel vreemd is dat het een lijndienst is en ze toch onderweg bezienswaardigheden aan doen en dat je naast drinken in de bus ook een lunch aangeboden krijgt.
Na de lunch en een halfuurtje rijden bezichtigen we de Inca tempel van Raqchi, die is gebouwd ter aanbidding van Viracocha, een van de belangrijkste Inca goden.
De laatste stop is in Andahuaylilas waar wen prachtig barok kerkje staat met zoveel goud en zilver dat je de ogen uitkijkt. Helaas mogen we er binnen geen foto’s maken. Het barok kerkje is gebouwd in het begin van de 17e eeuw en is bekend vanwege de mooie muurschilderingen.
Op het plein ervoor staan 400 jaar oude bomen en natuurlijk de nodige kraampjes met handelswaar. Begin van de avond bereiken we Cuzco dat is ontworpen in de vorm van een poema. Deze stad wordt gezien als een van de mooiste steden van Zuid-Amerika. Ik ga dat later van de week nog zien als ik weer terug ben van de Machu Picchi. Voor vandaag houd ik het voor gezien en eerst maar een beetje wennen aan de grote hoogte, zo’n 3409 meter. Ik voel het toch wel.